Stijn Coenen, algemeen directeur van de Thomas More-hogeschool, maar in Lier en Koningshooikt beter gekend als gemeenteraadslid voor Missie2500 (én lid van cd&v) verklaarde vandaag in het programma ‘De Markt’ op VRT “En tot slot: arbeidsmigratie. Het is mijn vaste overtuiging dat er ook gewoon te weinig talent is in ons land om aan al die noden te voldoen”… Niet alleen pleit hij onomwonden voor nog meer arbeidsmigratie, maar bovenal gelooft hij niet in de talenten van onze mensen!
Activeren in plaats van importeren
Maar klopt zijn pleidooi wel? Steeds meer stemmen waarschuwen dat massale arbeidsmigratie niet alleen geen oplossing biedt, maar de problemen op termijn juist vergroot. De cijfers spreken voor zich: bijna de helft van de niet-EU-vreemdelingen in Vlaanderen werkt niet. In Wallonië ligt de werkloosheidsgraad bovendien drie keer zo hoog als in Vlaanderen. Waarom zouden we nog meer mensen importeren als er hier zélf nog zoveel potentieel op de arbeidsmarkt onbenut blijft? Het verhogen van de werkzaamheidsgraad en het beter benutten van het bestaande talent moeten de eerste prioriteit zijn.
De lessen van de jaren ’60
In de jaren zestig werden duizenden laaggeschoolde “gastarbeiders” aangetrokken om tekorten op te vullen. Vandaag zien we de gevolgen: veel van hun nakomelingen zitten vast in werkloosheid, afhankelijk van het OCMW. Dat scenario dreigt zich te herhalen als opnieuw wordt ingezet op grootschalige instroom van kort- en middengeschoolde migranten. Arbeidsmigratie wordt zo geen oplossing, maar een import van toekomstige sociale problemen.
Financiële realiteit
Arbeidsmigratie wordt vaak voorgesteld als een economisch wondermiddel. Maar de maatschappelijke nettokosten zijn torenhoog: uitgaven voor sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg en integratieprojecten lopen in de miljarden. Vrije en massale migratie is eenvoudigweg onverenigbaar met een solidaire welvaartsstaat.
Slimme keuzes maken
In plaats van te roepen om meer migratie, moet Vlaanderen investeren in eigen mensen: hogere nettolonen, betere arbeidsomstandigheden, gezinsvriendelijke werkorganisatie en een leven lang leren. Enkel wanneer alle andere opties zijn uitgeput, kan men overwegen tijdelijk hooggekwalificeerde specialisten uit westerse of Oost-Aziatische landen toe te laten. Maar structurele arbeidsmigratie als standaardoplossing is niet alleen overbodig, het is ook schadelijk voor onze samenleving.
Véél talent onbenut!
Coenen stelt dat er te weinig talent is in ons land. Maar wie goed kijkt, ziet dat er net véél talent onbenut blijft. De uitdaging ligt niet in het importeren van nieuwe arbeidskrachten, maar in het activeren van wie hier al woont. Arbeidsmigratie is geen antwoord op de noden van Vlaanderen – ze verergert de problemen op termijn alleen maar.