Tijdens de laatste gemeenteraad van deze legislatuur, die van maandag 25 november as., wordt het meerjarenplan 2020 - 2025 onder de loep genomen en aangepast. Vorig jaar blies schepen van financiën Ilse Lambrechts (N-VA) nog hoog van de toren dat ze deze legislatuur zo’n 150 miljoen euro zou investeren. Vandaag weten we dat dit scenario een fata morgana is.
Investeringsgraad onder de verwachtingen
In het eerste jaar van het meerjarenplan, 2020, realiseerde het stadsbestuur amper 61% van de oorspronkelijk geplande investeringen. Zelfs op basis van het aangepaste meerjarenplan ging de realisatiegraad amper naar 70%. In 2021 bedroeg de investeringsgraad amper 49% en in 2022, 52%. Vorig jaar steeg het dan alsnog naar een realisatiegraad van 76%. Over de ganse periode gaat het om een investeringsrealisatiegraad van 62%. Dat blijft dus, zelfs op basis van de aangepaste meerjarenplanningen, serieus onder de verwachtingen.
Niet meer realistisch
De doelstelling van 150 miljoen investeringen die schepen Lambrechts vorig jaar nog fier in de pers aankondigde, kan onmogelijk worden gerealiseerd. In het aangepaste meerjarenplan dat op 25 november as. aan de gemeenteraad wordt vooropgesteld, zakt het begrote investeringsbedrag naar 137 miljoen vijfhonderdduizend euro. Om zelfs dat aangepast investeringsbedrag te halen, moet N-VA en Open vld de laatste twee jaar van het meerjarenplan, 2024 en 2025, nog 58% van het voorziene budget investeren. Onrealistisch als we vaststellen dat voor de vier voorbije jaren slechts 42% werd geïnvesteerd.
Minder beloven, meer doen!
Het zou het volgende stadsbestuur (N-VA en Lokaal Liberaal) sieren mocht het een realistisch meerjarenplan aan de nieuw geïnstalleerde gemeenteraad voorstellen. Realistisch budgetteren is een must zodat een einde komt aan dat steeds maar overschatten van de uitgaven en onderschatten van de inkomsten. Een betere planning van de investeringen over de jaren heen is ook noodzakelijk zodat elke investering in het correcte jaar wordt ingepland en uitgevoerd. Ten slotte moet het gebrek aan bestedingscapaciteit worden tegengegaan (‘lack of spending capacity’). Want nu stellen we vast dat het beschikbare geld minder en trager wordt uitgegeven en vaak ergens in de keten blijft steken. Veel werk aan de winkel voor het volgende stadsbestuur dus.