Tijdens de jongste gemeenteraad bracht gemeenteraadslid Sander Roelandt de kwestie van de taalkennisverplichting bij sociale huurders opnieuw onder de aandacht. Hij wees erop dat in Vlaanderen al sinds 2017 een verplichting geldt voor sociale huurders om een minimale kennis van het Nederlands te hebben. Sinds 2023 werd deze regel zelfs verstrengd: nieuwe huurders moeten binnen de twee jaar niveau A2 behalen van het Europees Referentiekader. Wie niet slaagt, kan een administratieve boete krijgen variërend van € 25 tot € 5.000.
Stad kijkt weg
Roelandt maakte duidelijk dat taal essentieel is voor integratie en goed samenleven. Zonder Nederlands is communicatie met buren en woonmaatschappij onmogelijk. Daarom wilde hij weten hoeveel huurders de voorbije jaren effectief werden gecontroleerd en welke sancties volgden. Schepen voor Wonen Charlotte Schwagten (N-VA) antwoordde dat de stad niet over cijfers beschikt en bovendien niet bevoegd is. De verantwoordelijkheid ligt, althans volgens Schwagten volledig bij woonmaatschappij Woonstroom, waarin nochtans vertegenwoordigers van de meerderheid zitten...
Geen vrijblijvende inspanningsverbintenis
Voor Vlaams Belang is dit antwoord teleurstellend. Volgens Roelandt is het principe glashelder: “Geen Nederlands = geen sociale woning.” Boetes van enkele tientallen euro’s zijn een lachertje en lossen niets op. De controle moet niet pas jaren later gebeuren via een vrijblijvende inspanningsverbintenis, maar onmiddellijk en vooraf, als harde voorwaarde bij de toewijzing van een sociale woning.

Sander Roelandt: “Wie hardnekkig weigert om Nederlands te leren, heeft wat ons betreft geen plaats in de sociale huisvesting.”
Vlaams Belang blijft aandringen
Omdat de stad geen cijfers kon (of wilde) voorleggen, kondigde Roelandt aan dat hij de gegevens rechtstreeks bij Woonstroom zal opvragen. Vlaams Belang houdt voet bij stuk: enkel wie Nederlands spreekt, kan aanspraak maken op een sociale woning.